Op de derde dinsdag van september vond Prinsjesdag 2023 plaats, waarmee de Rijksbegroting en de Miljoenennota voor 2024 bekend zijn geworden. Benieuwd wat voor impact dit heeft op jou als ondernemer? Wij hebben de belangrijkste wijzigingen op een rijtje gezet!
Belastingen
Door de nieuwe plannen aangekondigd tijdens Prinsjesdag 2023, worden er een aantal wijzigingen doorgevoerd op het gebied van belastingen die impact kunnen hebben op jou als ondernemer.
MKB-winstvrijstelling verlaagd
Wanneer je een ondernemer bent voor de inkomstenbelasting kan je gebruik maken van de MKB-winstvrijstelling. De MKB-winstvrijstelling daalt van 14% in 2023 naar 12,7% in 2024. Dit betekent dat de winst-vrijstelling lager is, en je meer belasting betaalt bij de aangifte inkomstenbelasting.
Zelfstandigenaftrek verder omlaag
Wanneer je als zelfstandig ondernemer recht hebt op de zelfstandigenaftrek, betaal je minder belasting bij de aangifte inkomstenbelasting. Sinds de wetwijziging in 2022 wordt de zelfstandigenaftrek elk jaar lager. Waar de zelfstandigenaftrek in 2023 nog €5.030 bedraagt, wordt deze in 2024 verlaagd naar €3.750.
De zelfstandigenaftrek wordt als volgt verlaagd de komende jaren:
Jaar | Zelfstandigenaftrek |
2024 | €3.750 |
2025 | €2.470 |
2026 | €1.200 |
2027 | €900 |
Energie-investeringsaftrek (EIA) lager en verlengd
De energie-investeringsaftrek (EIA) is een regeling waarvan je als ondernemer gebruik kan maken wanneer je investeert in energiezuinige bedrijfsmiddelen. Tijdens Prinsjesdag 2023 is bekend gemaakt dat de EIA-regeling met vijf jaar wordt verlengd tot 2028.
Ook wordt de energie-investeringsaftrek verlaagd van 45,5% in 2023 naar 40% in 2024. Dit betekent dat je in 2024 40% van het geïnvesteerde bedrag in energiezuinige bedrijfsmiddelen mag aftrekken van de winst, waardoor je minder belasting betaalt.
Geen gedoe meer met de administratie?
Probeer het best beoordeelde online boekhoudprogramma GRATIS uit! 👇
Meer mogelijkheden voor herinvesteringsreserve (HIR)
Wanneer je als ondernemer verkoopt, mag de boekwinst onder bepaalde voorwaarden toegevoegd worden aan de herinvesteringsreserve (HIR). Hierdoor betaal je geen belasting over de gemaakte boekwinst, maar reserveer je het bedrag voor een nieuwe investering.
Vanaf 1 januari 2024 kan de herinvesteringsreserve (HIR) breder worden ingezet. Zo kan de herinvesteringsreserve bijvoorbeeld ook gebruikt wanneer een deel van de onderneming wordt gestaakt door overheidsingrijpen in bijvoorbeeld de agrarische sector.
BPM-vrijstelling afgeschaft voor bestelauto’s
Als je als ondernemer een bestelauto koopt en deze voor meer dan 10% gebruikt voor de onderneming, is de bestelauto vrijgesteld van belasting van personenauto’s en motorrijwielen (bpm).
Deze vrijstelling vervalt per 1 januari 2025, omdat de Overheid als doel heeft om emissievrije of hele zuinige bestelauto’s te stimuleren. Tot en met 31 december 2024 kan je, wanneer je voldoet aan de voorwaarden, nog wel gebruik maken van de bpm-vrijstelling voor bestelauto’s.
Tarief box 3 omhoog
In box 3 wordt het inkomsten vanuit sparen en beleggen belast, ook wel de vermogensbelasting. Vanaf 1 januari 2024 stijgt het tarief in box 3 van 32% naar 34%. Het heffingsvrije vermogen, het gedeelte van het vermogen dat is vrijgesteld van vermogensbelasting, blijft in 2024 €57.000.
Personeel
Heb je als ondernemer ook personeel in dienst? Dan kunnen een aantal nieuwe plannen die bekend zijn gemaakt tijdens Prinsjesdag 2023, impact hebben op jouw onderneming.
STAP-budget afgeschaft
Veel ondernemers maakten gebruik van het STAP-budget voor opleiding van werknemers. Met de STAP-subsidie kon €1.000 per werknemer gebruikt worden voor scholing. Op Prinsjesdag 2023 is bekend geworden dat deze STAP-subsidie stopt per 1 januari 2024.
Vanaf 2026 geen loonkostenvoordeel meer voor oudere werknemers
Heb je werknemers in dienst van 56 jaar of ouder? Dan kan je, wanneer je voldoet aan de voorwaarden, loonkostenvoordeel (LKV) ontvangen. Hiermee stimuleert de overheid het in dienst nemen van oudere mensen, die meestal lastiger werk vinden.
Tot en met 31 december 2025 kan je nog gebruik maken van de regeling loonkostenvoordeel (LKV). Vanaf 1 januari 2026 kan je geen loonkostenvoordeel (LKV) meer ontvangen voor deze medewerkers.
Lage-inkomensvoordeel (LIV) vervalt
Het lage-inkomensvoordeel (LIV) is een regeling waarmee werkgevers een jaarlijkse tegemoetkoming ontvangen voor werknemers die in dienst zijn met een laag loon. Hierdoor heeft de werknemer meer kans op werk, en betaalt de werkgever minder loonkosten.
Deze regeling vervalt per 1 januari 2025. Als werkgever krijg je dan dus geen vergoeding meer voor deze werknemers.
Wettelijk minimumloon voor iedereen gelijk
Het minimumloon wordt op dit moment per maand vastgesteld. Hierdoor verdient een werknemer die 40 uren per week werkt minder dan iemand die 36 uur per week werkt.
Met de invoering van het wettelijk minimumuurloon per 1 januari 2024 komt hier verandering in. Het minimumloon wordt per uur vastgesteld. Hierdoor zorgt meer uren werken, ook voor een hoger inkomen.
Makkelijker belastingvrij ov-kaart aanbieden
Per 1 januari 2024 wordt het makkelijker om als werkgever belastingvrij een ov-kaart aan te bieden aan werknemers. Vanaf 2024 hoef je namelijk geen loonheffing in te houden als je als werkgever de kosten van de ov-kaart van werknemers vergoedt.